Checklists
Laatst gewijzigd op: 31 juli 2019

Overzicht faciliteiten voor de ondernemingsraad

Om het OR-werk goed te kunnen uitvoeren heeft uw ondernemingsraad de beschikking over verschillende faciliteiten. Zo heeft u het recht om OR-activiteiten, zoals vergaderen en achterbanoverleg, tijdens uw werktijd te verrichten en heeft u recht op scholing en op ondersteuning van deskundigen en adviseurs. Maar ook zaken als vergaderfaciliteiten en een budget voor allerhande zaken behoren tot de faciliteiten die een bestuurder ter beschikking stelt aan de OR. In deze checklist treft u aan op welke faciliteiten uw OR allemaal recht heeft.

Uren

Een van de belangrijkste faciliteiten die de Wet op de ondernemingsraden (WOR) OR-leden biedt is de mogelijkheid om OR-werkzaamheden tijdens werktijd uit te voeren (artikel 18). Elk OR-lid heeft minimaal recht op 60 uur per jaar. In deze tijd kunnen OR- en overlegvergaderingen, contact en overleg met de achterban en het voorbereiden van de vergaderingen en onderling overleg tussen de OR-leden plaatsvinden. U kunt samen met uw bestuurder afspraken maken over het aantal uren dat u aan medezeggenschap besteedt. Als uw OR niet tot overeenstemming kan komen met de bestuurder over het aantal benodigde uren dan kan de kantonrechter een uitspraak doen (artikel 18, lid 4 van de WOR). Bedenk wel dat uw voorstel voor benodigde uren redelijk moet zijn.

Maak als OR aan het begin van de zittingsperiode afspraken met de bestuurder over het aantal uren en leg dat vast. Omschrijf ook hoe dat globaal ingevuld wordt. Regel iets meer tijd voor de voorzitter en secretaris.

Voorzieningen

U kunt nog zoveel uren hebben vrijgemaakt voor het OR-werk, toch heeft u ook bepaalde voorzieningen nodig. Denk hierbij aan een vergaderruimte, kopieer- en printfaciliteiten, een OR-emailadres, computer(s), archiefruimte, een online nieuwsbrief of ruimte op het intranet. Wellicht zijn deze voorzieningen gewoon beschikbaar binnen uw organisatie, maar als dat niet zo is dan zult u met de bestuurder om tafel moeten om hier afspraken over te maken.

Maak aan het begin van een zittingsperiode afspraken over het gebruik van voorzieningen Als u dat nuttig vindt, kunt u deze als bijlage bij het OR-reglement voegen.

Kosten OR-werk

Alle kosten van het OR-werk komen ten laste van de organisatie (artikel 22 van de WOR). Veel organisaties hebben in hun begroting een post medezeggenschap staan. Daarin staan vaak alle uren voor het OR-werk en zijn de kosten voor faciliteiten en dergelijke opgenomen. Ook de kosten van het inhuren van deskundigen en het voeren van rechtsgedingen komen ten lasten van de organisatie.

Budget OR

Een ander punt is het begrip OR-budget (artikel 22, lid 3 van de WOR), niet te verwarren met de begrotingspost medezeggenschap van de organisatie. Een OR-budget is bedoeld voor kleine, algemene kosten voor het OR-werk die de OR naar eigen inzicht kan besteden. Faciliteiten, scholing en uren voor OR-werk zitten hier niet in en mogen er ook niet onder vallen. Een OR-budget heeft het voordeel dat u niet voor elke afzonderlijke uitgave de bestuurder op de hoogte hoeft te stellen. Er zit ook een groot nadeel aan een OR-budget. Wanneer het budget vroegtijdig is opgebruikt, kunt u pas extra geld krijgen voor de algemene kosten als de bestuurder hiermee instemt. Weigert de bestuurder dit, dan kunt u niet naar de kantonrechter. Een OR-budget kan u dus in uw vrijheid beperken. Hou daar rekening mee in uw afweging al dan niet gebruik te maken van een OR-budget.

Werk zo weinig mogelijk met een OR-budget. Help de controller een begrotingspost medezeggenschap voor de algemene begroting van de organisatie op te stellen. En specificeer heel algemeen de verschillende posten. Bijvoorbeeld in uren, faciliteiten, scholing en deskundige ondersteuning.

Scholing

Als OR-lid krijgt u te maken met verschillende onderwerpen, beleidsgebieden en wetgeving. Ook heeft u misschien hele andere competenties nodig dan die u in uw dagelijkse werkzaamheden gebruikt. Denk hierbij aan zaken zoals vergaderen, voorzitten, samenvatten, onderhandelen en omgaan met de achterban. Kortom als OR-lid zult u zich regelmatig moeten bijscholen. Gelukkig biedt de WOR hiervoor volop gelegenheid. In artikel 18 staat dat elk OR-lid recht heeft op minimaal vijf dagen scholing per jaar. Zit u daarnaast in een commissie, dan heeft u recht op nog drie extra dagen. De tijd die de OR aan scholing besteedt, valt overigens niet binnen de minimale 60 uur per jaar die u aan uw OR-werk kunt besteden.

Deskundige ondersteuning

Bij ‘grotere’ onderwerpen of specifieke zaken als financiën en wetgeving is het soms verstandig een deskundige in te huren. De OR kan een adviseur inhuren op grond van artikel 16 en 22 van de WOR. De kosten daarvoor komen ten laste van de organisatie. Uw OR dient wel de spelregels van die wetsartikelen in acht te nemen. Zo moet u de bestuurder van tevoren op de hoogte brengen van uw voornemen een deskundige in te schakelen en van de kosten die daarmee gemoeid zijn. Deze kosten zullen in verhouding moeten staan tot de omstandigheden. De OR heeft geen toestemming nodig. De bestuurder mag wel zijn mening geven en kan bezwaar maken. In het uiterste geval kan hij naar de kantonrechter stappen.

Er zijn grofweg twee soorten deskundigen, interne en externe. Schakel ook deskundigen uit het eigen bedrijf in, bijvoorbeeld de boekhouder of de controller om bijvoorbeeld de jaarrekening toe te lichten. Dat kan ook door een externe adviseur worden gedaan. Of vraag iemand van personeelszaken om bijvoorbeeld het systeem van werkoverleg (of functioneringsgesprekken) tijdens een OR-vergadering toe te lichten.