Prinsjesdag: minder belasting op arbeid
Het kabinet heeft haar plannen voor 2023 op Prinsjesdag gepresenteerd. Nieuw is dat het tarief over de eerste schijf van de inkomstenbelasting wordt verlaagd met 0,14%, van 37,07% naar 36,93%. Dat scheelt maximaal € 102 netto per jaar per werknemer. Ook wordt de arbeidskorting, dat deel van het salaris waarover geen loonbelasting betaald hoeft te worden, verhoogd van maximaal € 4.260 naar € 5.052. Dat scheelt vooral voor de middeninkomens enkele honderden euro’s.
Al bekend
De andere zaken waren al min of meer bekend: het minimumloon gaat per 1 januari met 10% omhoog. Dat heeft ook consequenties voor de loonschalen vlak boven het minimumloon en de gekoppelde uitkeringen zoals de AOW en de bijstand. Die stijgen namelijk mee. De onbelaste kilometervergoeding voor woon-werkverkeer en voor zakelijke reizen gaat per 1 januari 2023 van 19 naar 21 cent en in 2022 naar 22 cent. De onbelaste thuiswerkvergoeding gaat van € 2,00 naar € 2,13.
Vrije ruimte
De werkkostenregeling gaat in 2023 van 1,7% naar 1,92% over een loonsom tot € 400.000. Daardoor stijgt de vrije ruimte voor alle werknemers tezamen van € 6.800 naar € 7.620. Over het meerdere geldt een percentage van 1,18 %. De verhoging geeft werkgevers iets meer mogelijkheden onbelaste vergoedingen te verstrekken aan werknemers. Denk aan een bedrijfsfiets of kerstpakket.
Arbeidsmarkt
Het kabinet neemt maatregelen om werknemers te beschermen. Zo worden oproepcontracten afgeschaft, met uitzondering voor scholieren, komt er een certificeringsplicht voor uitzendbureaus en wordt schijnzelfstandigheid aangepakt. Ook investeert het kabinet in kennisvermeerdering voor mensen met een praktijkopleiding en een aanvulling van het STAP-budget met € 500 miljoen over de aankomende vier jaar, speciaal voor mensen met maximaal MBO-4.