Nieuws
Publicatiedatum: 18 september 2024 | Geschreven door: Redactie Performa OR
Pensioenopbouw

Vakbonden verwerpen kabinetsvoorstel vroegpensioen

De vakbonden FNV en CBV hebben het voorstel van het kabinet voor de verlenging van het vroegpensioen voor zware beroepen verworpen. Volgens de bonden betekenen de plannen dat er slechts maximaal 15.000 mensen jaarlijks met vroegpensioen kunnen en dat mensen die meer dan € 74.000 per jaar verdienen van de regeling voor vervroegd uittreden (RVU) worden uitgesloten. Toch zijn de plannen die minister Van Hijum van Sociale Zaken op 16 september deelde met de Tweede Kamer iets genuanceerder.

Dilemma

Het kabinet vindt allereerst dat alleen een vroegpensioenregeling het probleem van zwaar werk niet oplost. Daarvoor zijn ook andere maatregelen nodig waardoor mensen wél gezond kunnen doorwerken tot aan hun gewone pensioenleeftijd. Vervroegd uittreden brengt bovendien een dilemma met zich mee. Aan de ene kant heeft iedereen er begrip voor dat je na leven lang zwaar werken vervroegd mag uittreden. Aan de andere kant, als te veel mensen daar gebruik van maken, riskeer je een (te) grote uitstroom uit de arbeidsmarkt.

Zwaar werk lichter maken

Van Hijum zet daarom in op een brede aanpak voor duurzame inzetbaarheid, waarbij de sociale partners samen afspraken maken over verlichting van de fysieke of mentale werkbelasting dicht bij de bron, over hoe het werk door bijvoorbeeld taakafwisseling anders georganiseerd kan worden, over extra hersteltijd en over een tijdige overstap van zwaar naar lichter werk binnen of buiten de sector. Het kabinet draagt daaraan financieel bij met de subsidies van de Maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (MDIEU).

Vier arbeidsvoorwaardelijke regelingen

Een voortzetting van de huidige vroegpensioenregeling hoort ook bij dit pakket, stelt Van Hijum, althans zo lang dit nodig en verantwoord blijft en waarbij werkgevers en vakbonden ervoor zorgen dat de RVU-regelingen alleen daar landen waar ze echt nodig zijn. Daarnaast wil het kabinet ook kijken naar drie andere arbeidsvoorwaardelijke regelingen: deeltijdpensioen, een kortere arbeidsduur voor oudere werknemers met gedeeltelijke doorbetaling van loon en pensioenpremies en als laatste verlofsparen, waarbij gespaard verlof kan worden ingezet voor herstel tijdens de loopbaan of voor eerder uittreden.

Inkomensgrens vroegpensioen

Het kabinet wil de uitwerking van RVU-regelingen vast laten leggen in cao’s, waar sociale partners samen afspreken wat wel en wat geen zwaar beroep is. Een RVU-afspraak zou daarbij altijd moeten samengaan met een inzet op duurzame inzetbaarheid voor diezelfde groep. Volgens het kabinet zou een vroegpensioenregeling alleen moeten gelden voor de groep die dat gezien de aard van het werk en de hoogte van het inkomen het meest nodig heeft. Dat betekent een maximale inkomensgrens, volgens Van Hijum, die gesteld is op € 74.000. Daarboven kunnen mensen hun vroegpensioen zelf betalen.

Verhoging drempelbedrag

De minister is bereid het drempelbedrag voor de RVU te verhogen. Niet zoals de bonden willen voor iedereen, maar alleen voor werknemers met lagere inkomens en een ontoereikend aanvullend pensioen. Voor hen is de huidige RVU geen optie, de inkomensval is te groot. Voor deze groep kan een gerichte verhoging van het drempelbedrag net het verschil maken.

Signaalwaarde of quotum?

Het totaal aantal RVU’s is een optelsom van decentrale afspraken aan de cao-tafels in combinatie met de persoonlijke afweging van werknemers of ze gebruikmaken van een RVU, kiezen ze voor een andere route richting het pensioen, of toch doorwerken tot of na de AOW-leeftijd. Omdat het kabinet wil voorkomen dat er te veel mensen gebruik maken van het vroegpensioen, wil hij het aantal vroegpensioeners jaarlijks monitoren en samen met de sociale partners een signaalwaarde afspreken. Dat is geen quotum, aldus Van Hijum. Toch interpreteren de bonden dat wel zo; ze spreken van een quotum van 15.000 mensen. En dus blijft de stakingsbereidheid groot.

Structureel of tijdelijk?

Hoe succesvoller het beleid voor duurzame inzetbaarheid is, hoe minder noodzakelijk vervroegd uittreden zou moeten worden. Van Hijum wil periodiek evalueren, zonder er nu al een tijdpad aan te koppelen. Hij maakt ook structureel geld vrij voor RVU-regelingen.