Checklists
Laatst gewijzigd op: 25 november 2025

Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)

Om werknemers een gezonde en veilige werkomgeving te bieden moet de bestuurder weten welke risico’s het werk met zich meebrengt. Daarom schrijft de Arbowet voor dat elke werkgever een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) maakt met een bijpassend plan van aanpak. De OR heeft instemmingsrecht op de inhoud van de RI&E en het plan van aanpak. Maar ook op de uitvoering van de maatregelen uit het plan. Een RI&E moet voldoen aan een aantal eisen. In deze checklist lees je welke dat zijn.

Gezond en veilig werken

Een van de speerpunten van de ondernemingsraad zijn gezonde en veilige arbeidsomstandigheden voor alle werknemers. De bestuurder moet een arbobeleid voeren dat erop gericht is om de risico’s die het werk met zich meebrengt, weg te nemen of te beperken. Daarom is elke werkgever verplicht een risico-inventarisatie en -evaluatie te maken en een plan van aanpak met maatregelen om de risico’s te beheersen. Ondernemingsraden en personeelsvertegenwoordigingen hebben volgens artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden instemmingrecht bij het opstellen en vaststellen van RI&E en het bijbehorend plan van aanpak.

Doel van de RI&E

Het doel van een RI&E is de arbeidsrisico’s in kaart brengen. Als je weet welke dat zijn en hoe je ze kan wegnemen of beperken, voorkom je dat medewerkers uitvallen door arbeidsongevallen en ziekteverzuim. In het plan van aanpak staat op welke wijze risico’s kunnen worden beperkt of voorkomen. Een actuele RI&E met plan van aanpak zijn wettelijk verplicht. De Nederlandse Arbeidsinspectie controleert steekproefsgewijs of organisaties een RI&E en plan van aanpak hebben.

Eisen aan de RI&E

De RI&E moet aan bepaalde eisen voldoen. Zo bevat elke RI&E:

  • een overzicht van de risico’s die het werk met zich meebrengt inclusief de onderliggende oorzaken van elk risico;
  • een beschrijving van de gevaren en de risico-beperkende maatregelen;
  • een overzicht van de risico’s voor bijzondere categorieën werknemers, zoals jeugdige werknemers en zwangere werknemers of medewerkers die borstvoeding geven.

Verder moet de RI&E actueel zijn, volledig zijn en in overeenstemming zijn met de laatste wetenschappelijke inzichten. Hoe de RI&E is vormgegeven, staat niet in de Arbowet. Het mag zowel een papieren als digitaal document zijn.

Inventariseren

Voor het inventariseren van de risico’s zijn verschillende opties:

  • De bestuurder kan zelf de RI&E opstellen, samen met de preventiemedewerker. De RI&E moet dan nog wel getoetst worden door een gecertificeerde kerndeskundige.
  • Een branche-instrument van Steunpunt RIE gebruiken (rie.nl) gebruiken. Is de RI&E gemaakt met een door het Steunpunt erkend instrument, dan hoeft deze vaak niet meer getoetst te worden.
  • Een algemeen RI&E-instrument van Steunpunt RIE gebruiken. Dit zijn de instrumenten ‘Algemene MKB-RI&E’ en ‘Kantoren’. Dit is geschikt als voor jullie branche nog geen instrument is. Deze RI&E moet nog getoetst worden door een gecertificeerde kerndeskundige.
  • De RI&E laten opstellen door een externe kerndeskundige. Dat kan nodig zijn als er specifieke risico’s spelen. De RI&E moet nog getoetst worden door een andere kerndeskundige.

 

TIP Bij grote risico’s, zoals werken met gevaarlijke stoffen is een aanvullende RI&E vereist, een ARIE.

 

Evalueren

Na het inventariseren van de risico’s moeten deze worden geëvalueerd. Door middel van een risicoanalyse wordt bepaald wat de risicoklasse is. Een hoge risicoklasse houdt in dat de kans op een ongeval met verzuim, blijvend letsel of overlijden reëel is. De hoogste risico’s moeten direct worden opgelost. De lagere risico’s op termijn.

TIP Elke medewerker heeft inzagerecht in de RI&E. Besteed daar in jullie achterbancommunicatie eens aandacht aan. Vraag of ze het een bruikbaar en leesbaar document vinden en koppel de resultaten terug naar de bestuurder.

 

Plan van aanpak

Het plan van aanpak is niets anders dan een planning. Hierin is per risico beschreven wat de te nemen maatregelen zijn, op welke termijn en wie ervoor verantwoordelijk is. Als er veel risico’s moeten worden opgelost, worden prioriteiten gesteld. De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht over het plan van aanpak.

TIP Kijk als OR kritisch naar de vastgestelde prioriteiten. Een lage risicoklasse houdt niet in dat er voorlopig niets aan gedaan moet worden. De hele dag op de tocht zitten, leidt niet direct tot verzuim, maar is wel hinderlijk.

 

Toetsing

Als de risico’s geïnventariseerd en geëvalueerd zijn en het plan van aanpak gemaakt is, moet het geheel getoetst worden. De Arbowet geeft aan dat dit door een gecertificeerde arbodienst of kerndeskundige gedaan moet worden. Die laatste zijn: de arbeids- en organisatiedeskundige (A&O’er), de arbeidshygiënist (AH), de hoger veiligheidskundige (HVK’er) en de BIG-geregistreerde bedrijfsarts (BA). De toetsing bestaat uit een systeemtoets en een scopetoets. Bij een systeemtoets beoordelen de deskundigen de RI&E op vier algemene eisen: volledigheid, betrouwbaarheid, actualiteit en actuele inzichten. Blijkt uit de systeemtoets dat een onderdeel onvoldoende beschreven is, dan is een extra scopetoets verplicht.

TIP Probeer als OR zo actief mogelijk betrokken te zijn bij het samenstellen van de RI&E en het plan van aanpak. Hierdoor gaat het document leven en wordt de invloed van de OR groter.

 

Actualiseren

In de Arbowet staat niet hoe vaak je organisatie een RI&E moet maken. Wel staat er dat de RI&E actueel moet zijn. Dat betekent dat de bestuurder de RI&E moet aanpassen bij veranderingen die invloed hebben op de risico’s, denk aan andere werkmethoden, de aanschaf van nieuwe machines of productielijnen, de invoering van nieuwe taken of een verhuizing. Ook het plan van aanpak moet dan aangepast worden.

TIP Als er geen ingrijpende zaken plaatsvinden, is het verstandig de RI&E eens in de drie jaar door te lopen en waar nodig aan te passen.

 

Rol ondernemingsraad en PVT

Voor de medezeggenschap is veilig en gezond werken topprioriteit. De OR of PVT heeft wettelijk instemmingsrecht over het opstellen en uitvoeren van de RI&E en het plan van aanpak. Niet alleen over de inhoud van de RI&E, maar ook over de strategie en het beleid. Dat geldt ook als de werkgever dit heeft uitbesteed aan een arbodienst. Het is daarom belangrijk dat je als OR doorlopend contact hebt met de bestuurder over de RI&E. Betrekt de bestuurder de OR niet of niet tijdig bij het proces, dan kan je als OR naar de rechter stappen.

Voortgang bespreken

Om te voorkomen dat de RI&E en het plan van aanpak in een bureaulade eindigen, is het goed om regelmatig de voortgang met de bestuurder te bespreken. Wees kritisch op het opschuiven van deadlines in het plan van aanpak. Nodig met regelmaat (interne) deskundigen uit om hun ervaringen en bevindingen te bespreken. Zorg dat arbeidsomstandigheden ook prioriteit hebben binnen de OR en straal dit uit naar de achterban.

TIP Stel een arbo- of VGMW-commissie in. Deze vaste commissie van de OR houdt zich specifiek bezig met de arbeidsomstandigheden. Vul deze aan (na toestemming van de bestuurder) met leden die niet in de OR zitten. Als die afkomstig zijn van afdelingen met hoge risico’s heeft dit een extra meerwaarde.

 

Meer lezen over dit onderwerp? Bekijk dan de checklist Taken van de arbodienst.