Arbeidsinspectie maakt bekend waar en hoe controles in 2025 zijn
De arbeidsinspectie heeft haar jaarplan 2025 bekendgemaakt. Daarin staat op welke sectoren en met welke accenten de inspectie zich gaat richten bij het toezicht op thema’s als blootstelling aan psychosociale en fysieke arbeidsbelasting, omgang met gevaarlijk stoffen en ‘mayor hazards’ en de aanpak van schijnconstructies, arbeidsdiscriminatie en -uitbuiting. Het jaarplan is op 14 november aan de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.
Psychosociale en fysieke arbeidsbelasting
Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) ontstaat door werkstress door langdurige blootstelling aan werkdruk of door ongewenst gedrag op de werkplek. In 2025 gaat de inspectie kijken naar PSA in het primair, voortgezet en hoger onderwijs, in de verpleeg- en verzorgingshuizen en in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Er wordt speciaal gelet op de beheersing van werkdruk en ongewenst gedrag. Ook gaat de inspectie een sector selecteren die hoog scoort op discriminatie op de werkvloer. In verschillende sectoren komt er toezicht op de aanpak van fysieke belasting.
Werken met gevaarlijke stoffen
Werkgevers moeten hun werknemers beschermen tegen schadelijke blootstelling aan gevaarlijke stoffen, in het bijzonder kankerverwekkende, mutagene, reprotoxische en sensibiliserende stoffen. Het toezicht van de inspectie is gericht op doelgroepen, sectoren en werkgevers met de grootste risicopopulatie en waar de blootstelling het grootst is of de beheersing matig is. Denk aan luchthavens, de metaal-, hout-, timmer- en meubelindustrie en de industriële schoonmaak, maar ook aan bedrijven met een grote, kankerverwekkende dieselmotoremissie (DME).
Mayor hazards
Er zijn bedrijven waar er acute risico’s zijn op zware arbeidsongevallen en werken met complexe chemische stoffen. Die labelt de inspectie als ‘mayor hazards’. Het gaat om bedrijven die vallen onder de ARIE-regeling en voormalige Brzo-bedrijven, die nu Seveso-inrichtingen heten. Hier kunnen letterlijk de grootste rampen gebeuren. De inspectie gaat in 2025 een derde van ARIE-bedrijven inspecteren en alle ongevalsmeldingen uitpluizen.
Schijnconstructies
De inspectie gaat in 2025 meer onderzoek doen naar digitale platforms voor personeelsdiensten die schijnconstructies als (malafide) verdienmodel inzetten. Het gaat om platforms die zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) bemiddelen naar opdrachtgevers en waarbij de zzp’ers precies hetzelfde werk doen en hetzelfde aangestuurd worden als de werknemer met een vast dienstverband. Een bekend voorbeeld zijn verkoopmedewerkers in de kledingbranche.
Uitbuiting arbeidsmigranten
Uitzendbureaus voor arbeidsmigranten krijgen in 2025 extra aandacht van de inspectie. Zij zijn vaak kwetsbaar en slachtoffer van misstanden. Die inspectie gaat daarom extra toezicht houden op de naleving van de Wet terbeschikkingstelling tijdelijke arbeidskrachten, vooral bij startende uitzendbureaus. Met het extra geld van het ministerie zijn nieuwe inspecteurs opgeleid, die samen met belastingdienst, UWV en SVB ook grensoverschrijdende problemen gaan aanpakken.
Planmatig werk versus reageren op incidenten
Het werk van de inspectie loopt van voorlichting en zelfinspectietools tot aan controles, waarschuwingen en boetes en in het ergste geval dwangsommen, stillegging en strafrechtelijke vervolging. Behalve planmatig aan de slag volgens het jaarplan moet de arbeidsinspectie ook jaarlijks reageren op duizenden kennisgevingen en meldingen door onder meer werkgevers, werknemers en ondernemingsraden over risicovolle werkzaamheden, arbeidsongevallen en signalen van arbeidsuitbuiting en fraude.
Ondernemingsraden
Ondernemingsraden mogen net als individuele werknemers een kennisgeving of melding doen bij de arbeidsinspectie van een arbeidsongeval of een ongezonde of onveilige werksituatie. Ook mogen ze met de arbeidsinspectie overleggen tijdens een bezoek aan de organisatie. Lees meer over de rol van de OR en de arbeidsinspectie in deze checklist.