Gaat handhaving op schijnzelfstandigheid door per 1 januari?

Het wordt spannend aanstaande donderdag. Dan debatteert het kabinet met de Tweede Kamer over het handhaven op schijnzelfstandigheid door de belastingdienst met ingang van 1 januari 2025. Dat gaat op basis van de bestaande Wet Dba. Opdrachtgevers en zzp’ers willen misschien uitstel tot de opvolger daarvan, de nieuwe Wet Vbar, in 2026 ingaat. Die geeft een net iets andere definitie van wat een werknemer en wat een zzp’er is. Ook regeringspartij VVD is aan het schuiven. Dat blijkt uit een rondetafelgesprek op 5 september, georganiseerd door VVD-kamerlid Thierry Aartsen.

VVD: handhaving verzachten of uitstellen

Het FD  deed verslag van het gesprek tussen Tweede Kamerleden, werkgevers, vakbeweging en belastingdienst. Daarin staat dat Aartsen eerst opperde de handhaving in 2025 te verzachten. Door bijvoorbeeld alleen te handhaven op situaties waarbij zzp’ers minder dan € 33 per uur verdienen. Onder die grens, zegt de nieuwe wet, ben je gewoon werknemer. Of door opdrachtgevers aankomend jaar geen naheffing of een boete op te leggen, maar eerst alleen een waarschuwing te geven. Als laatste opperde Aartsen het huidige moratorium op handhaving (dat al sinds 2016 loopt) nog een jaartje te verlengen tot de nieuwe Vbar door het parlement is.

Zere been

Vooral die laatste suggestie was tegen het zere been van de belastingdienst. Die heeft met veel moeite een heel team opgetuigd om de handhaving met ingang van 1 januari op te pakken. En tegen het zere been van coalitiepartner NSC, die wil dat arbeidsmarktplannen van het vorige kabinet gewoon doorgaan, zoals afgesproken in het regeerakkoord. Aanstaande donderdag wordt dus een interessante test voor het nieuwe extraparlementaire kabinet Schoof, waarbij de coalitiepartners zomaar verschillend kunnen stemmen over het handhavingsvoorstel. Tenzij er toch voor donderdag tijd gevonden wordt voor overleg achter de schermen.