Ontslag om bedrijfseconomische redenen
Wanneer een werkgever een of meer werknemers wil ontslaan om bedrijfseconomische redenen, dan moet hij daarvoor een ontslagvergunning van het UWV krijgen. Die beoordeelt of er sprake is van rechtsgeldig bedrijfseconomisch ontslag. Dat omschrijft het UWV zelf als ‘het structureel vervallen van arbeidsplaatsen’, bijvoorbeeld door een slechte financiële situatie, werkvermindering, organisatorische of technologische veranderingen, bedrijfsverhuizing, vervallen van loonkostensubsidies of het gehele of gedeeltelijke beëindiging van bedrijfsactiviteiten.
Aanvullende eisen
Blijft de organisatie bestaan en gaat het alleen om het vervallen van arbeidsplaatsen, dan gelden er de volgende aanvullende eisen:
- Het moet aannemelijk zijn dat het vervallen van arbeidsplaatsen noodzakelijk is in het belang van een doelmatige bedrijfsvoering.
- Het moet gaan om het structureel vervallen van arbeidsplaatsen, dat wil zeggen: bezien over een toekomstige periode van 26 weken.
- Er is geen mogelijkheid tot herplaatsing van werknemers op een andere passende functies binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing.
- Is er gebruik gemaakt van het afspiegelingsbeginsel bij de beoordeling welke arbeidsplaatsen vervallen?
- Vervallen de arbeidsplaatsen wegens een fluctuerend werkaanbod, dan moet de werkgever aannemelijk maken dat de werkzaamheden in substantiële mate niet kunnen worden verricht en dat een andere inrichting van de werkzaamheden waarmee ontslag kan worden voorkomen ook niet mogelijk is.
Gaat het om meer dan 20 arbeidsplaatsen die vervallen, dan is eerst een melding nodig in het kader van de Wet melding collectief ontslag. Daarvoor gelden aparte eisen. Overleg met de vakbond en de ondernemingsraad is daarbij verplicht. Lees meer in deze checklist Melding collectief ontslag.
Verzoek om ontslagvergunning
De aanvraag voor een ontslagvergunning om bedrijfseconomische redenen bestaat uit drie formulieren. Deel A gaat over de organisatiegegevens, deel B over de gegevens van de werknemers voor wie ontslag wordt aangevraagd, deel C is voor de onderbouwing van de ontslagaanvraag. Meer hierover is te lezen op de website van het UWV.
Vraagt de werkgever geen ontslagvergunning bij het UWV aan terwijl dat wel nodig was? Dan kan de werknemer de kantonrechter vragen om de arbeidsovereenkomst te herstellen of om akkoord te gaan met een ‘billijke vergoeding’ die de werkgever moet betalen aan de werknemer.
Toetsing aan UWV Uitvoeringsregels BE
Het UWV toetst vervolgens het verzoek voor een ontslagvergunning aan de UWV Uitvoeringsregels ontslag BE. Als dat niet het geval is, of er wel andere voor de hand liggende oplossingen mogelijk zijn, wordt een vergunning geweigerd. Het UWV weigert ook standaard een ontslagvergunning als een werkgever werknemers wil ontslaan om ze te vervangen door goedkopere of flexibelere arbeidskrachten. De reden hiervoor is dat er feitelijk geen sprake is van het vervallen van arbeidsplaatsen.
Is er binnen 26 weken een vacature voor hetzelfde werk van een eerder vervallen arbeidsplaats? Dan moet de werkgever die verplicht aanbieden aan de ontslagen medewerker.
cao-ontslagcommissie
Sommige cao’s stellen een zogenoemde ontslagcommissie in. Als dat binnen jouw organisatie het geval is, dan moet de werkgever zijn ontslagaanvraag bij deze commissie indienen in plaats van bij het UWV. De commissie beoordeelt dan of er goedkeuring wordt verleend voor het ontslag. De regels die hierbij gelden zijn per cao verschillend en kunnen afwijken van de wettelijke bepalingen. Ben je het als werknemer niet eens met het oordeel van de ontslagcommissie, dan kun je naar de rechter.