Checklists
Laatst gewijzigd op: 12 februari 2024
benoeming ontslag bestuurder

Benoeming en ontslag van bestuurders

Welke rol speelt de OR bij de benoeming en het ontslag van de bestuurder? De ondernemingsraad heeft adviesrecht over de benoeming van een nieuwe bestuurder. Dat is in de Wet op de ondernemingsraden (WOR) geregeld. Ook staan er aanvullende bepalingen in het Burgerlijk Wetboek. In deze checklist leggen we je uit wat de rol van de OR precies is bij de benoeming en het ontslag van een bestuurder en hoe je daar in de praktijk mee om kunt gaan.

Adviesrecht

Volgens Artikel 30 van de WOR heeft de OR het recht om een adviserende rol te spelen bij benoeming en ontslag van de bestuurder (tenzij deze vrijwillig vertrekt). Dat geldt ook voor een interim-bestuurder. De OR moet tijdig om advies gevraagd worden en geïnformeerd worden over de redenen achter het besluit. Het voornemen moet ook minimaal één keer in de overlegvergadering besproken worden. Als de zittende bestuurder het gesprek hierover niet kan of wil voeren, dan moet een bevoegde medebestuurder het overleg voeren. Of een afgevaardigde van de toezichthouder.

Let op: De OR kan niet bij een rechtbank in beroep gaan tegen een benoeming of ontslag van een bestuurder.

Regels Burgerlijk Wetboek

In het Burgerlijk Wetboek zijn er extra regels gesteld voor naamloze vennootschappen. De OR moet dan een voorstel tot benoeming, schorsing of ontslag van de bestuurder op een zodanig tijdstip ontvangen dat de OR zelf een advies heeft kunnen uitbrengen dat aan de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) kan worden voorgelegd. Het standpunt van de OR moet samen met het uiteindelijke voorstel tot benoeming of ontslag mee naar de AVA. Bij beursgenoteerde bedrijven mag de OR zelfs zijn standpunt toelichten in de AVA.

 

Twee adviezen

In de praktijk zijn er twee adviesmomenten bij de benoeming van een nieuwe bestuurder. Eerst naar aanleiding van het voorgenomen besluit dat er een nieuwe bestuurder moet komen. Meestal vraagt de toezichthouder de OR om advies over de profielschets van de nieuwe bestuurder. En vervolgens naar aanleiding van het voorgenomen besluit wie de nieuwe bestuurder gaat worden en om welke redenen. Ook daar loont het de moeite een advies te geven. Wordt er na het OR-advies een besluit genomen waarbij niet het advies van de OR is gevolgd? Dan moet de toezichthouder of medebestuurder uitleggen waarom er van het advies is afgeweken.

Tip – Is de rol van de OR beperkt tot het adviesrecht over profielschets en voordracht? Vraag dan bij het advies over de profielschets of er in de selectieprocedure ook ruimte is voor een ‘klikgesprek’ tussen OR en de voor te dragen kandidaat. Zo kan je de nieuwe bestuurder laten weten dat je een vroegtijdige kennismaking waardeert en maak je een goede start. Realiseer je wel dat dit eigenlijk niet meer dan een kennismakingsgesprek is zonder consequenties voor de benoeming.

 

Ontslag bestuurder

Formeel heeft de OR adviesrecht bij het ontslag van de bestuurder. In de praktijk wordt de OR vaak voor een voldongen feit geplaatst. De toezichthouder meldt de OR: ‘de bestuurder vertrekt per datum X’. Het is soms raden wat voor een vertrek dat is: een formeel ontslag of een vertrek ‘in goed overleg’. Bestuurder en toezichthouder stellen in dat laatste geval een vaststellingsovereenkomst op, waarin ze standaard afspreken dat er niet over de inhoud van die overeenkomst mag worden gecommuniceerd. Als de toezichthouder de voorzitter van de OR vertrouwelijk informeert dat de bestuurder vertrekt, kan de OR-voorzitter aangeven wat de mening is van de OR, maar niet veel meer dan dat.

Tip – Komt er een aankondiging dat een bestuurder vertrekt, maak dan direct als OR duidelijk dat je wel invloed hebt bij de voordracht van een opvolger. Maak dus direct afspraken over de procedure van benoeming van een nieuwe bestuurder.