Heeft de OR adviesrecht bij doorstart na een faillissement?
Nog niet, maar het zit wel in de pijplijn. Het wetsvoorstel ‘Wet overgang van onderneming bij faillissement’ (Wovof) is onlangs voor advies naar de Raad van State gestuurd. Na het advies volgt behandeling in de Tweede en Eerste Kamer. Het doel van de Wovof is werknemers van ondernemingen met meer dan 20 werknemers beter te beschermen bij een doorstart na faillissement en mogelijk misbruik van faillissement om ontslagbescherming te omzeilen tegen te gaan. Die betere bescherming van de werknemers bestaat uit:
- Verplichte overname van personeel. De koper van een onderneming uit een failliete boedel moet in principe alle werknemers overnemen. Als er vanwege bedrijfseconomische omstandigheden arbeidsplaatsen verdwijnen bij de doorstart, dan moet op een objectieve en transparante manier worden bepaald welke medewerkers wel en niet mee over gaan.
- Concurrentiebeding vervalt voor ontslagen werknemers. Werknemers die bij een doorstart niet mee overgaan kunnen zo snel elders aan de slag.
Uitbreiding informatie- en adviesrecht WOR
Onderdeel van de Wovof is de uitbreiding van de rechten van de ondernemingsraad in de Wet op de ondernemingsraden (WOR):
- Artikel 31a WOR krijgt een nieuwe bepaling over de plicht van de bestuurder de OR te informeren zodra surseance of faillissement dreigt, eventueel onder oplegging van geheimhouding.
- Artikel 25 van de WOR krijgt een nieuwe bepaling over adviesrecht van de OR bij een voorgenomen besluit voor een (gedeeltelijke) doorstart. De curator moet de OR tijdig om advies vragen over het voorgenomen besluit tot doorstart van (een deel van) de onderneming. De curator mag zelf de adviestermijn bepalen, maar er geldt wel een minimum van drie dagen. Het advies van de OR wordt meegewogen door de rechter-commissaris die het besluit van de curator moet goedkeuren. In afwijking van het ‘gewone’ OR-adviesrecht geldt er geen opschortingstermijn van een maand en geen beroepsrecht voor de OR.
Uitbreiding van de Faillisementswet
Onderdeel van de Wovof is ook dat de Faillissementswet (FW) extra bepalingen krijgt over de positie van de medezeggenschap om de belangen van de werknemers beter te beschermen:
- Artikel 69 FW krijgt een nieuwe bepaling dat de OR naar de rechter-commissaris kan stappen in drie gevallen: om te eisen dat de curator de OR (alsnog) een adviesaanvraag voorlegt, om bezwaar maken tegen een besluit van de curator wanneer dat afwijkt van het advies van de OR en om aan te geven dat de OR anders zou hebben geadviseerd als zich nieuwe feiten en omstandigheden voordoen na het uitbrengen van het eerdere OR-advies.
- Een nieuw artikel 176a FW bepaalt dat als de curator in het kader van een overgang van onderneming in faillissement onderhandse goederen verkoopt en daarvoor toestemming vraagt aan de rechter-commissaris, dan heeft de OR of de personeelsvertegenwoordiging (PVT) het recht om hierover door de rechter-commissaris te worden gehoord.