Checklists
Laatst gewijzigd op: 12 augustus 2019

Beloningsbeleid

In een organisaties met een cao wordt het beloningsbeleid uitonderhandeld tussen werkgevers en vakorganisaties. De ondernemingsraad heeft dan een toezichthoudende taak op de juiste uitvoering daarvan. In organisaties zonder cao is de OR de primaire onderhandelingspartner van de bestuurder over alle arbeidsvoorwaarden. In alle gevallen kan de OR zich uitgebreid laten informeren over het beloningsbeleid.

Functie en beloning

De beloning voor werknemers in een organisatie behoort transparant en marktconform te zijn. Om dit doel te bereiken zijn de volgende stappen nodig. Voor alle functies moeten functiebeschrijvingen of tenminste korte functietyperingen worden gemaakt. Vervolgens worden deze functies door middel van een weeginstrument naar zwaarte gerangschikt in een ‘functiehuis’. Voor het beloningssysteem worden deze functies overeenkomstig de zwaarte gekoppeld aan marktconforme salarisschalen. Deze hebben een begin- en een eindpunt met een aantal tussenliggende stappen. In een salarisvergelijking worden beloningen van vergelijkbare functies in de organisaties binnen een bepaalde branche in kaart gebracht. Dit borgt de marktconformiteit.

In het beoordelingssysteem is vastgelegd hoe medewerkers opslag kunnen krijgen en promotie maken naar een hogere schaal. Verder moet ook een keuze worden gemaakt voor wel of niet variabel belonen. Bij variabel belonen moeten de prestatiecriteria op grond waarvan een variabele beloning zal worden toegekend in een systeem worden ondergebracht. Deze prestatiecriteria moeten op eenvoudige wijze kunnen worden vastgesteld om onnodige discussies te vermijden. Het is handig als er een onderscheid is tussen periodieke opslagen en algemene prijscompensatie. Deze moeten steeds los van elkaar en niet als één geheel worden toegekend.

Veel organisaties voeren resultaatgerichte functionerings- en beoordelingsgesprekken in. Belonings- en beoordelingssystemen behoren goed op elkaar afgestemd te zijn. Kijk eens hoe dat in uw organisatie is geregeld.

Het beloningssysteem beoordelen

In organisaties met een cao worden het belonings- en beoordelingssysteem, alsmede de hoogte van de salarissen en toekenning van prijscompensatie periodiek uitonderhandeld tussen werkgevers en vakbonden. De OR heeft dan alleen maar een toezichthoudende taak op de juiste uitvoering van de cao. In organisaties zonder cao gaat de rol van de OR veel verder. Deze is dan de primaire onderhandelingspartner van de bestuurder voor alle arbeidsvoorwaarden. Het wil overigens niet zeggen dat de afspraken tussen de bestuurder en de OR automatisch gevolgen hebben voor de individuele arbeidsovereenkomsten van de werknemers.

Als u met de bestuurder onderhandelt over arbeidsvoorwaarden dan is het verstandig om een deskundige in te schakelen. Er is specifieke deskundigheid vereist en er staat veel op het spel voor uw achterban.

De rechten en plichten van de OR

In organisaties met een cao heeft de OR alleen een toezichthoudende taak volgens artikel 28 van de WOR. Zonder cao gaan de bevoegdheden van de OR veel verder. Volgens artikel 27 is instemming van de OR vereist bij vaststelling, wijziging of intrekking van regelingen op het gebied van:

  • een pensioenovereenkomst, een winstdelingsregeling of een spaarregeling;(artikel 27.1.a);
  • belonings- of een functiewaardingssysteem (artikel 27.1.c). Hieronder valt ook een regeling voor prijscompensatie;
  • aanstellings-, ontslag- of bevorderingsbeleid (artikel 27.1.e);
  • personeelsbeoordeling (artikel 27.1.g).

Het niet toekennen van prijscompensatie om bedrijfseconomische redenen is ook instemmingsplichtig. In dat geval moet de bestuurder een onderbouwing geven van deze bedrijfseconomische redenen. Een winstdelingsregeling houdt verband met de winst die wordt gerapporteerd in de jaarrekening. De bestuurder moet de jaarrekening schriftelijk geven aan de OR volgens artikel 31.a.2 uit de WOR.

Informatierecht

Hierboven is het informatierecht van de OR (artikel 31 WOR) al even aangestipt. Er valt echter nog veel meer over te zeggen. De OR kan zich uitgebreid laten informeren over het beloningsbeleid. Het al dan niet aanwezig zijn van een cao maakt daarbij geen verschil. In de eerste plaats voert de OR ten minste twee maal per jaar overleg over de ‘algemene gang van zaken’ (artikel 24 WOR). Daaronder vallen zeker de hoofdlijnen van het beloningsbeleid. Daarnaast moet de bestuurder jaarlijks de volgende sociale informatie verschaffen:

  • Aantal medewerkers per ‘groep’. (artikel 31b.1). Een ‘groep’ kan betrekking hebben op alle medewerkers in een bepaalde functieschaal, organisatorische eenheid of locatie.
  • Verwachte personeelsbezetting en sociaal beleid voor de toekomst (artikel 31b.2). In een begroting is het gebruikelijk om aan te geven welke financiële ruimte er is voor prijscompensatie, opslagen en bevordering. De bestuurder moet deze begroting met de OR bespreken (artikel 31a.7).

Artikel 31d verplicht de bestuurders van organisaties met meer dan 100 werknemers om minimaal een keer per jaar aan de ondernemingsraad schriftelijk informatie over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken per verschillende groep van de in de onderneming werkzame personen te verstrekken.

Tenslotte publiceren veel organisaties een sociaal jaarverslag waarin soms ook informatie over het beloningsbeleid staat. Controleer of beleidsuitgangspunten in dit verslag overeenstemmen met feitelijke informatie over de toepassing van het beloningsbeleid in de praktijk. Bijvoorbeeld: een organisatie zegt volop groeikansen te bieden aan alle medewerkers. Hoeveel medewerkers hebben dan opslag of bevordering naar een hogere schaal gekregen?

Bij een normaal in-, door- en uitstroombeleid zou de gemiddelde beloning per FTE binnen één schaal uit moeten komen op ca. 75 % van het schaalmaximum. Een overmaat aan medewerkers op of boven het schaalmaximum kan een symptoom zijn van het niet langer marktconform zijn van de schalen. De aanwezigheid van veel interim managers en specialisten met een hogere beloning wijst in dezelfde richting. Ga dan in gesprek met uw bestuurder.

De OR in de praktijk

In organisaties met een cao is de rol van de OR beperkt. Bij organisaties zonder cao is het precies andersom. Daar is de OR een belangrijke onderhandelingspartner van de bestuurder voor het sociale beleid. Dit geldt niet alleen voor de vormgeving van alle regelingen rond het belonings- en beoordelingsbeleid maar ook de wijze van uitvoering daarvan. Alleen over de hoogte van de salarissen heeft de OR geen instemmingsrecht. Indirect kan de OR daar echter wel invloed op uitoefenen door goed gebruik te maken van haar uitgebreide informatie- en overlegrechten. Meestal heeft de OR een aparte vaste commissie die zich bezighoudt met arbeidsvoorwaarden.