APMTR gooit het op een akkoordje met OR
Havenbedrijf APMTR mag een akkoord buiten de vakbonden om met de OR over zaken die niet standaard tot de cao behoren. De directie had met de OR afspraken gemaakt over werkgelegenheidsgarantie, schadeloosstelling bij boventalligheid en regelingen voor senioren in de organisatie. De vakbonden waren daarop naar de rechter gestapt, ze vonden dat de OR op hun stoel ging zitten. Maar ze kregen van de Rechtbank in Rotterdam nul op rekest.
Mislukt overleg
De werknemers van APMTR vallen onder een bedrijfscao die de directie heeft gesloten met de vakbonden. In februari 2015 zijn de vakbonden en het havenbedrijf gestart met een sectoraal overleg om afspraken te maken over werkgelegenheid in de sector. Na een half jaar liep het overleg vast. De vakbonden stelden een voorultimatum, maar het havenbedrijf ging hier niet op in. Ze werden het niet eens en kwamen niet meer tot structureel overleg.
Afwijken van de cao? Ja hoor, dat mag
APMTR sloot vervolgens in januari 2016 een akkoord met de OR, net als over een aanvulling op de individuele arbeidsovereenkomsten. De vakbonden beweren dat dit in strijd is met de cao en probeerden via een kort geding deze afspraken ongedaan te maken. Zonder succes. De rechter oordeelde dat er van de cao mag worden afgeweken zolang het niet gaat om een standaardbepaling. Een cao is volgens de rechter geen uitputtende regeling, de directie mag dus met de OR afspraken maken over aanvullende arbeidsvoorwaarden die niet in de cao zijn geregeld.
Inbreuk op cao levert achterban voordeel op
Toch oordeelde de rechter dat APMTR op sommige punten wel inbreuk heeft gemaakt op de cao, maar daar gaf de rechter geen gevolgen aan. Door de weigering van de vakbonden om met de directie in overleg te gaan, was er onrust ontstaan onder de medewerkers. Bovendien vond de rechter dat de uitkomst van de onderhandelingen met de OR de rechtspositie van de werknemers in positieve zin had gewijzigd.