Een leven lang leren, het kan beter!
Ondanks de toegenomen scholingsmogelijkheden en loopbaangesprekken is deelname aan scholing de afgelopen jaren afgenomen van 54% in 2012 naar 49,1% in 2020. Er liggen volop kansen. In arbeidsovereenkomsten worden steeds vaker scholingsmogelijkheden opgenomen. Vooral op het gebied van informeel leren, leren op het werk, valt nog veel winst te behalen. Dat blijkt uit de ‘Monitor Leercultuur’, een onderzoek van de SER (Sociaal Economische Raad) en TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek).
Waarom leren?
Werknemers leren voornamelijk om hun werk beter te kunnen doen (66%), om met toekomstige veranderingen te kunnen omgaan (21%) of om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten (14%).
Leren op de werkplek
Werkgevers laten kansen liggen als het gaat om informeel leren – het leren van collega’s of door gewoon je werk te doen. Zo zou er meer erkenning moeten komen voor de vaardigheden en competenties die je in je werkende leven ontwikkelt, maar waar je geen bewijs voor krijgt in de vorm van een diploma of certificaat.
Kwetsbare groepen
Uit de Monitor blijkt dat laagopgeleiden, 55-plussers en flexwerkers aanzienlijk minder cursussen volgen en ook minder informeel leren. Zo lijkt er bij laagopgeleiden en 55-plussers weinig directe aanleiding om meer te willen leren. Laagopgeleiden hebben vaak minder gevarieerd werk en hebben minder autonomie in hun werk. Dat maakt hun arbeidsmarktpositie er niet beter op. Flexwerkers daarentegen zijn niet zo tevreden over de leermogelijkheden. Zij hebben dan ook vaker dan gemiddeld behoefte aan scholing. Werkgevers zouden hier meer oog voor moeten hebben.
Grote versus kleine bedrijven
Misschien is het een open deur, maar medewerkers in grote bedrijven voelen een grotere urgentie om te leren en worden meer gestimuleerd om cursussen te volgen.