Minder kans op discutabele loonsanctie
Vanaf 1 september 2021 is er minder kans op een discutabele loonsanctie, namelijk wanneer bedrijfsarts en verzekeringsarts van mening verschillen. Het oordeel van de bedrijfsarts is voortaan leidend bij de zogenaamde RIV-toets. Het UWV stelt met de RIV-toets vast of de werkgever en werknemer hun verplichtingen tot de re-integratie zijn nagekomen. Tot nu toe kreeg een werkgever ook een loonsanctie als er verschil van inzicht was tussen bedrijfsarts en verzekeringsarts. Dat werd door veel werkgevers als onrechtvaardig en discutabel gezien. De wetswijziging van de WIA is op 1 oktober 2020 door de minister aangeboden aan de Tweede Kamer.
Loonsanctie
Werkgevers moeten verplicht het loon van een zieke werknemer twee jaar doorbetalen. Deze loondoorbetalingsplicht is voor veel kleine werkgevers al een financieel zware last. Ook zijn zij verplicht mee te werken aan de re-integratie van de zieke werknemer. Gebeurt dat onvoldoende, dan kan het UWV ook een loonsanctie opleggen. Meestal moet de werkgever dan nog een derde jaar loon doorbetalen.
Onrechtvaardig
Wat het voor veel werkgevers onrechtvaardig maakte, was dat de loonsanctie ook werd opgelegd als de bedrijfsarts dat niet adviseerde, maar de verzekeringsarts van het UWV wel. Vanaf nu is het oordeel over de belastbaarheid van de werknemer van de bedrijfsarts leidend bij de RIV-toets. Het uitvoeren van de RIV-toets blijft de verantwoordelijkheid van de arbeidsdeskundige van het UWV. Ook behoudt de werknemer het recht op een second opinion door een andere bedrijfsarts of deskundigenoordeel van het UWV.