Negen weken betaald ouderschapsverlof een feit
Werknemers die een kind krijgen, hebben vanaf 2 augustus 2022 recht op maximaal negen weken deels betaald ouderschapsverlof in het eerste levensjaar van het kind. De vergoeding bedraagt 50% van het brutoloon, met een maximum van € 158 per dag. De Eerste Kamer heeft bij de behandeling van de wetswijziging een motie aangenomen om het percentage te verhogen naar 70% van het brutoloon. Het doorbetaalde verlof hoort bij het al bestaande ouderschapsverlof van 26 weken dat ouders in de eerste acht levensjaren van het kind kunnen opnemen. Naast de negen weken van betaald verlof blijven hiervan dus 17 onbetaalde weken over binnen die acht jaar. Ouderschapsverlof kunnen ouders gespreid opnemen, bijvoorbeeld één dag per week.
Financiële drempel
Het betaalde ouderschapsverlof komt ná het betaalde zwangerschaps- en bevallingsverlof voor de moeder of het eveneens betaalde geboorteverlof voor de partner van vijf dagen en het betaalde aanvullend geboorteverlof voor de partner van vijf weken. Met deze regeling wil het kabinet werknemers aanmoedigen om het tot nu toe onbetaalde ouderschapsverlof ook écht op te nemen. Dat deed nog maar een op de drie ouders, omdat het onbetaald ouderschapsverlof financieel te zwaar is.
Vergoeding door UWV, wel hogere werkgeverslasten
Net zoals bij het zwangerschapsverlof en partnerverlof zorgt uitkeringsinstantie UWV voor de vergoeding van het salaris. Toch zullen werkgevers wel iets merken van de nieuwe regelgeving, een groot deel van de uitkeringen wordt gefinancierd door het verhogen van de werkgeverslasten.