Rechter tikt bespionerende werkgever op de vingers
In februari 2019 vraagt een schilder aan zijn baas of hij een dag korter kan werken wegens zijn schouderklachten. De werkgever stemt in, maar stelt de ingangsdatum tot drie keer toe uit, tot 1 januari 2020. De werknemer meldt zich daarop in november 2019 ziek, de schouderklachten zijn erger geworden. Een maand later roept de werkgever de werknemer op 13 januari aan het werk te gaan, terwijl de bedrijfsarts nog een oordeel moet geven.
Rauw op het dak
Die concludeert op 9 januari dat de werknemer helemaal niet inzetbaar is. Toch stuurt de werkgever de werknemer een week later een nieuwe oproep om op 21 januari weer te komen werken, plus een voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dat valt de werknemer rauw op het dak. Na een gesprek in bijzijn van een vertrouwenspersoon krijgt de werknemer op 12 februari opnieuw een voorstel voor ontslag. De werknemer weigert.
Bedrijfsrechercheur
Op 12 maart gaat de schilder onder het mes. Begin mei geeft de bedrijfsarts aan dat de werknemer herstellend is van de ingreep en tijdelijk nog niet aan de slag kan. Omdat er geruchten van collega’s zouden zijn dat de schilder toch aan het werk is, schakelt de werkgever in de zomer van 2020 een bedrijfsrechercheur in. Die concludeert dat de man lichte klusjes in en om het eigen huis doet.
Complex
Op 24 oktober concludeert de bedrijfsarts in het werkhervattingsadvies dat er sprake is van een complexe verzuimsituatie, met zowel arbeidsbeperkingen als een ernstig arbeidsconflict. Dat advies geeft de bedrijfsarts nog zeven keer. Na twee jaar arbeidsongeschiktheid krijgt de schilder in november 2021 een WIA-uitkering. De arbeidsovereenkomst wordt enkele maanden later ontbonden.
Geen kerstpakket
Ontevreden over de gang van zaken stapt de werknemer naar de kantonrechter. Hij vindt dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld tijdens het ziektetraject: dralen met het verzoek tot korter werken, het inschakelen van een bedrijfsrechercheur en het opdringen van werkhervatting dan wel ontslag. Plus kleine pesterijen, zoals geen verjaardagskaart sturen, geen kerstpakket, geen condoleance bij het overlijden van een familielid en twee jaar wachten met het uitbetalen van reiskosten.
Billijke vergoeding
Dat heeft volgens de schilder geleid tot ernstige psychische klachten, naast de al aanwezig fysieke klachten, waardoor hij volledig arbeidsongeschikt is geworden. Behalve € 116.000 aan billijke vergoeding eist de schilder ook een immateriële schadevergoeding van € 25.000. De werkgever ontkent ernstig verwijtbaar handelen en zegt dat er niet aangestuurd is op ontslag. Ook van slecht werkgeverschap of schending van de zorgplicht is geen sprake, luidt het verweer.
Uitspraak
De Rechtbank Limburg doet op 6 september van dit jaar uitspraak. Er is inderdaad sprake van ernstig verwijtbaar handelen bij het ontstaan en voortduren van de medische klachten van de werknemer, die uiteindelijk leiden tot opzegging van de arbeidsovereenkomst. De werkgever heeft onvoldoende actie ondernomen om het arbeidsconflict op te lossen en prematuur een bedrijfsrechercheur ingeschakeld. De rechter wijst een vergoeding toe van € 55.000: € 30.000 voor inkomensschade en € 25.000 als immateriële schadevergoeding.