Wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen
Veel werknemers zien vakantiedagen als een van de belangrijkste arbeidsvoorwaarden. Bovendien heb je als OR conform artikel 27 lid 1b van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) instemmingsrecht bij het vaststellen, wijzigen of intrekken van de vakantieregeling.
Wettelijke vakantiedagen
Het minimum aantal vakantiedagen waarop een werknemer recht heeft is bij wet vastgelegd. Deze dagen worden ook wel de wettelijke vakantiedagen genoemd. Dat aantal bedraagt vier keer het aantal werkuren in een week. Een werknemer die fulltime werkt (40 uur) heeft dus in ieder geval recht op 20 vrije dagen per jaar. Bij deeltijdwerk wordt de vakantieopbouw naar rato berekend. Naast de wettelijke vakantiedagen heeft een werknemer enkele feestdagen, bijvoorbeeld Kerstmis.
De bestuurder mag niet negatief afwijken van het wettelijk aantal vrije dagen. Wel mag de bestuurder extra dagen toekennen. In de cao of het personeelsreglement kunnen deze extra vrije dagen zijn afgesproken. Raadpleeg dan ook eerst de cao of het personeelsreglement om te bepalen over hoeveel vrije dagen werknemers recht hebben.
Vervallen wettelijke vakantiedagen
Wettelijke vakantiedagen moeten binnen een half jaar na het opbouwjaar opgenomen zijn. Is dat niet het geval, dan vervallen de niet opgenomen vakantiedagen. Hierop is één uitzondering. Als de werknemer aannemelijk kan maken dat door extreme drukte het onmogelijk was om dagen, die hij uit het voorgaande jaar over had, op te maken, dan blijven deze dagen wel vijf jaar lang geldig. Het komt voor dat bij cao of schriftelijke overeenkomst met werknemers een ruimere vervaltermijn is overeengekomen.
De bestuurder moet de werknemer op tijd informeren over de vervaltermijn en de werknemer de gelegenheid geven de openstaande vakantiedagen alsnog op te nemen. Doet de bestuurder dat niet, dan geldt het automatisch vervallen niet.
Bovenwettelijke vakantiedagen
In de cao of het personeelsreglement of in individuele arbeidsovereenkomsten kunnen meer vakantiedagen worden toegekend dan de minimale verplichte wettelijke vakantiedagen, de zogenaamde bovenwettelijke vrije dagen. Bovenwettelijke vakantiedagen zijn maximaal vijf jaar geldig, in tegenstelling tot de zes maanden van wettelijke vakantiedagen. Bestuurder en werknemer kunnen overeenkomen bovenwettelijke vakantiedagen af te kopen. Dat mag niet bij wettelijke vakantiedagen.
Vakantie opnemen
Rondom schoolvakanties wordt de gemiddelde manager overstelpt met vakantieaanvragen. Helaas kan niet iedereen tegelijk op vakantie. In principe mogen werknemers zelf bepalen wanneer zij hun vrije dagen willen opnemen. Zij moeten daarvoor echter wel toestemming vragen aan hun manager. Dat verzoek kan alleen worden geweigerd bij zwaarwegende bedrijfsbelangen, bijvoorbeeld een noodsituatie of omdat de werknemer onmisbaar is in verband met een naderende deadline. De werkgever kan overigens alleen een vakantieaanvraag weigeren door dit schriftelijk binnen twee weken na de aanvraag kenbaar te maken.
Reageert de bestuurder niet binnen twee weken, dan is de werkgever stilzwijgend akkoord gegaan. Heeft de werkgever eenmaal toestemming verleend, dan kan de vakantieaanvraag alleen vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen worden ingetrokken. Eventueel gemaakte kosten (bijvoorbeeld een geboekte vakantie) moet de werkgever dan vergoeden.
Rechten rondom vakantie
Het is wettelijk vastgelegd dat een werkgever zijn werknemers in de gelegenheid moet stellen om per kalenderjaar minimaal de wettelijke vrije dagen op te nemen. Ook heeft een werknemer het recht om eens per kalenderjaar minimaal veertien dagen achtereen vrij te zijn, of twee keer per jaar zeven dagen.
Check het vakantiereglement in uw organisatie op de geldende wetgeving en cao. U heeft immers op basis van artikel 28 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) de verplichting ervoor te zorgen dat uw organisatie aan alle (wettelijke) voorschriften voldoet.
Bovenwettelijke vakantiedagen
Als uw organisatie onder een cao valt, dan staan daar aanvullende regels in beschreven rondom de vakantiedagen. Vaak worden er meer vakantiedagen toegekend dan de minimale verplichte wettelijke vakantiedagen. Deze extra dagen worden bovenwettelijke vakantiedagen genoemd. Ook extra vrije dagen die worden toegekend aan werknemers in een personeelsreglement of in individuele arbeidsovereenkomsten zijn bovenwettelijke vakantiedagen. Voor deze extra dagen gelden andere regels dan voor de wettelijke dagen. Zo zijn bovenwettelijke vakantiedagen maximaal vijf jaar houdbaar (in tegenstelling tot de zes maanden van wettelijke vakantiedagen). Ook kunnen de bestuurder en een werknemer overeenkomen bovenwettelijke vakantiedagen af te kopen. Dat mag niet bij wettelijke vakantiedagen.
cao
Vaak staan er nog aanvullende regels rondom vakantiedagen in de cao. Zo hebben sommige cao’s bijvoorbeeld een collectieve vakantie (denk aan het onderwijs of de bouw) of een langere onafgebroken vakantieperiode dan twee weken. Soms zijn afspraken gemaakt over feestdagen waarop het minder vanzelfsprekend is om vrij te krijgen, zoals Goede Vrijdag en Bevrijdingsdag. Is dit niet het geval, dan moet een werknemer een vakantiedag opnemen als hij die dag vrij wil. Kijk daarnaast of de cao afspraken bevat over een salaristoeslag voor werken tijdens bepaalde feestdagen.
Niet alle organisaties vallen onder een cao. In dat geval zijn eventuele bovenwettelijke vrije dagen opgenomen in het personeelsreglement of in de individuele arbeidsovereenkomst. Deze afspraken mogen nooit in negatieve zin afwijken van de minimale wettelijke rechten.
Arbeidsduurverkorting
Naast wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen bieden sommige cao’s de mogelijkheid om Arbeidsduurverkorting (adv) op te bouwen. Bij Arbeidsduurverkorting (adv) werk je iedere week meer uren dan in je contract staat. Die extra gewerkte uren neem je op een ander moment op. Bijvoorbeeld je werkt 40 uur per week, maar je hebt een contract voor 38 uur per week. Een keer per twee weken neem je dan bijvoorbeeld een middag of ochtend vrij.
Bedenk wel dat een werknemer die twee uur per week spaart, op jaarbasis zo’n twee en een halve week extra vrij kan nemen. Maak daarom afspraken dat adv-dagen bijvoorbeeld elke maand opgenomen moeten worden.
Vakantiereglement
In een cao zijn de regels over vakantiedagen en feestdagen vastgelegd. Als je niet onder een cao valt, kan je als OR de bestuurder vragen een vakantiereglement op te stellen. Zo’n reglement geeft duidelijkheid over de in de organisatie geldende regels rond vrije dagen. Zo kunnen er regels instaan over het aantal vrije dagen, de maximale aaneengesloten vakantieperiode en wat de afspraken zijn rond feestdagen, verplichte vrije dagen en overwerkuren. Denk hierbij aan de vrijdag na Hemelvaart die vaak als verplichte vrije dag wordt aangewezen. Als OR heb je instemmingsrecht bij het opstellen, wijzigen op intrekken van een vakantieregeling.
Vrije dagen sparen
Soms willen werknemers vrije dagen ‘sparen’ bijvoorbeeld om een lange reis te kunnen maken. Ook kan het zijn dat de werknemer door drukte er niet aan toekomt alle vrije dagen op te maken. Een werknemer moet dan wel goed opletten om wat voor vrije dagen het precies gaat. Wettelijke vrije dagen vervallen namelijk een half jaar na het opbouwjaar, bovenwettelijke dagen na vijf jaar.
Overwerk: geld of vrije uren
In de wet is niets geregeld over het meenemen van uren die werknemers hebben opgebouwd door overwerk. Dit betekent dat je dit zelf kan regelen in het vakantiereglement, dat integraal onderdeel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst. Of je kan het opnemen in individuele arbeidsovereenkomsten. Tenzij het is op cao valt waarin dit al is geregeld. Dan hoef je niets te doen. Is er niets in de cao of het personeelsreglement geregeld, dan zijn er twee mogelijkheden, de overuren uitbetalen of de overwerkuren aanmerken als vrije uren die de werknemer op een ander moment als vrije tijd opneemt, de zogenaamde tijd voor tijd regeling.
Maak bij de tijd voor tijd regeling goede afspraken, bijvoorbeeld of de overwerkuren mogen worden meegenomen naar het volgende jaar of kiezen voor een limiet. Je moet werknemers die uren dreigen te ‘verliezen’ wel altijd in de gelegenheid stellen om deze uren op te kunnen nemen.
OR en cao
De meeste cao’s laten weinig ruimte voor de OR. In de praktijk merk je dat je voornaamste taak is om te controleren of de bestaande regels worden nageleefd. Val je niet onder een cao, dan zijn de wettelijke rechten van de OR een stuk groter.
Instemmingsrecht
Valt je organisatie niet onder een cao, dan kan je als OR veel meer invloed uitoefenen. Je hebt immers instemmingsrecht als de bestuurder het vakantieregeling vaststelt, wijzigt of intrekt. Als er vragen van de achterban komen, kan je ook zelf initiatief tonen door het thema op de agenda van de overlegvergadering te zetten.