Nieuws
Publicatiedatum: 6 november 2017 | Geschreven door: Wander de Groot

Bestuurder legt jonge Apple-OR in de luren

Softwarebedrijf Apple gebruikt voortaan de voornamen van werknemers in zijn klanttevredenheids-enquêtesysteem. De ondernemingsraad van Apple wilde de privacy van zijn achterban waarborgen en stapte naar de rechter om dit besluit terug te laten draaien. Voor een dergelijke aanpassing had de bestuurder instemming moeten vragen, zo vond de OR. Ook al was de rechter het daarmee eens, de OR kwam te laat in actie, zo oordeelde de rechter. Als OR heb je namelijk een maand de tijd om de nietigheid van een instemmingsplichtig besluit in te roepen en die maand was ruimschoots verstreken. Zo bleek onlangs uit uitspraak van de Rechtbank Amsterdam.

Wanneer is een besluit definitief?

De nog jonge OR van Apple was direct met de bestuurder in gesprek gegaan over de nieuwe maatregel en de privacy van zijn achterban. Omdat de bestuurder bereid was om met de raad te overleggen over de privacyaspecten, ging de OR ervan uit dat er nog geen sprake was van een definitief besluit tot wijziging. Helaas dacht de rechter hier anders over. Dat de bestuurder bereid was van gedachten te wisselen en onderzoek te doen, betekende niet dat er geen sprake was van een reeds genomen besluit.

De OR staat nog niet schaakmat

Zo gemakkelijk komt de bestuurder toch niet van zijn ondernemingsraad af. De rechter adviseert beide partijen namelijk om de vraag of de privacy van werknemers door de enquêtewijziging in het geding komt alsnog inhoudelijk te onderzoeken. Ze dienen hierover opnieuw in gesprek te gaan en alternatieven te onderzoeken en het vraagstuk voor te leggen aan een bindend adviseur of een kantonrechter.