Helpling moet schoonmakers uitzendcontract bieden
Schoonmakers die via platformbedrijf Helpling werken, zijn in feite uitzendmedewerkers en hebben daarmee recht op een contract. De 3.500 schoonmakers die via het platform werken, krijgen hiermee recht op doorbetaling bij ziekte en een transitievergoeding bij ontslag. Dat zegt de rechter in hoger beroep op 21 september in een zaak tussen Helpling en vakbond FNV. Daarmee krijgt FNV grotendeels gelijk en mag Helpling niet meer werken met zzp-ers als schoonmaker.
Kantonrechter
De kantonrechter zei eerder dat er geen sprake was van een contract tussen de schoonmakers en Helpling, maar juist tussen schoonmakers en huishoudens die hen inschakelen. Daarom zou Helpling niet verplicht zijn medewerkers door te betalen bij ziekte of een transitievergoeding te betalen bij ontslag én is geen grondslag voor Helpling om een commissie in te houden over de uurtarieven van de schoonnmakers. Helpling en FNV waren het niet eens met deze uitspraak, ieder om verschillende redenen, en gingen allebei in hoger beroep.
Uitzendkracht
Het Hof veegde de uitspraak van de kantonrechter van tafel. Volgens het Hof is wel degelijk sprake van een contractrelatie. Geen arbeidscontract, maar een uitzendcontract, waarbij de huishoudens de schoonmakers inlenen via de uitzender Hepling die daarvoor commissie ontvangt. En dus moet Helpling als uitzendwerkgever zich houden aan de loondoorbetalingsplicht bij ziekte en bij ontslag een transitievergoeding betalen.
Conclusie
Dit is tot nu toe het derde platformbedrijf dat op vingers wordt getikt vanwege een schijnconstructie waarbij zelfstandigen eigenlijk gewoon werknemers of uitzendkrachten zijn. Op 13 september kreeg taxiplatform Uber in een uitspraak te horen dat hun chauffeurs recht hebben op een arbeidscontract met cao-loon en in februari dit jaar kreeg maaltijdbezorger Deliveroo hetzelfde te horen. Beide rechtszaken zijn destijds aangespannen door vakbond FNV. Ander platformbedrijven zijn gewaarschuwd.