Rechter stelt OR Qbuzz in het gelijk

De ondernemingsraad van QBuzz stemt niet in met een voorgenomen besluit voor een nieuw rooster voor de chauffeurs. De bestuurder stapt naar de kantonrechter en vraagt om zogenaamde vervangende toestemming op grond van artikel 27 lid 4 van de Wet op de ondernemingsraden. De kantonrechter wijst het verzoek af. De beslissing van de OR om de verzochte instemming te onthouden was volgens de rechter niet onredelijk en er zijn geen zwaarwegende redenen voor het verlenen van vervangende toestemming. Dat blijkt uit een uitspraak van 18 december jongstleden.

Nieuwe roosters en flexibele opstapplaatsen

Op 8 augustus 2024 vraagt de bestuurder van Qbuzz de OR om instemming voor de invoering van de nieuwe roosters voor de chauffeurs van Utrecht Stad met ingang van 26 augustus 2024 tot en met 14 december 2024. De OR laat op 15 augustus weten geen instemming te verlenen omdat de roosters te veel diensten bevatten met een arbeidstijd langer dan 8.30 uur én omdat het rooster diensten bevat die starten en eindigen buiten de gewoonlijke standplaats van de chauffeurs. Op 21 augustus besluit de bestuurder desondanks de voorgelegde roosters en diensten wel in te voeren. De OR roept op 18 september 2024 de nietigheid van dit besluit in, zodat de bestuurder de regeling niet mag uitvoeren.

Vervangende toestemming

Daarop stapt de bestuurder naar de rechter voor vervangende toestemming op grond van artikel 27 lid 4 van de Wet op de ondernemingsraden. Verleent de rechter die, dan wordt de OR als het ware overruled en mag de bestuurder zijn besluit alsnog uitvoeren. Maar in dit geval vindt de rechter dat er geen reden is voor vervangende toestemming. Het belang van de werkgever, het besparen van vele tonnen met een nieuwe regeling is niet groter dan het belang voor de werknemers om de werkdruk en werkbelasting voor de chauffeurs beheersbaar te houden. De schending van de cao OV dat een flexibele standplaats niet mag, komt hier nog bij. Het nieuwe rooster is van tafel.

[ECLI:NL:RBMNE:2024:7299]