Waar moet de OR op letten wat betreft het contract met de arbodienst?
De ondernemingsraad moet goed opletten als de bestuurder een nieuw of aangepast basiscontract sluit met een arbodienst of bedrijfsarts afsluit. Het basiscontract moet namelijk aan wettelijke eisen voldoen en ten minste de verplichte onderdelen bevatten, naast eventuele aanvullende dienstverlening. Over al deze zaken mag de bestuurder niet besluiten zonder de instemming van de OR.
Verplichte onderdelen van het contract
In overleg met de ondernemingsraad kan de bestuurder invulling geven aan het contract. Dat moet ten minste de volgende verplichte onderdelen bevatten:
- het open spreekuur van de bedrijfsarts;
- de ziekteverzuimbegeleiding;
- de advisering door de bedrijfsarts over preventieve maatregelen van het arbeidsomstandighedenbeleid;
- de toegang voor de bedrijfsarts tot alle werkplekken;
- het aanbieden van een second opinion aan werknemers;
- een klachtenprocedure die aangeeft hoe en waar medewerkers met een klacht over de bedrijfsarts terechtkunnen;
- de samenwerking van de bedrijfsarts met de preventiemedewerker(s), de OR/PVT en andere belanghebbende werknemers;
- de procedure voor het melden van beroepsziekten door de bedrijfsarts;
- de uitvoering van het periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO);
- de uitvoering van aanstellingskeuringen;
- het toetsen van en adviseren over de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E).
Instemmingsrecht van de OR
De OR heeft grote invloed op het gebied van arbo en instemmingsrecht over de selectie van de arbodienst of bedrijfsarts. In artikel 27, lid 1d van de WOR staat dat de bestuurder de OR om instemming moet vragen bij wijzigingen in het beleid rond arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of re-integratie. Dit betekent dat de OR mag meebeslissen over de keuze van een arbodienst of bedrijfsarts.
Meer lezen over dit onderwerp? Bekijk dan de checklist Keuze voor een arbodienst of Eisen aan het basiscontract met arbodienst of bedrijfsarts.