Wet bescherming klokkenluiders door Eerste Kamer
De Eerste Kamer heeft op 24 januari ingestemd met de Wet bescherming klokkenluiders. Zodra de wet in werking treedt – wanneer is nog niet precies bekend – moeten alle werkgevers met 50 werknemers of meer een interne meldprocedure hebben voor misstanden binnen de organisatie. Klokkenluiders hoeven een misstand voortaan ook niet eerst meer intern te melden. Dat kan ook rechtstreeks bij het Huis voor klokkenluiders, de Autoriteit Financiële Markten of de Autoriteit persoonsgegevens.
Interne meldprocedure
In de interne procedure moet staan wanneer, hoe en bij wie een interne melding kan worden gedaan. Is er eenmaal een melding gedaan, dan moet de werkgever binnen zeven dagen een ontvangstbevestiging sturen aan de melder en moet hij de melding ook registreren in een speciaal register. Binnen drie maanden moet de werkgever de melder informeren over de beoordeling en de opvolging van de melding.
Anoniem melden via vertrouwenspersoon
Voortaan kan een melding ook anoniem worden gedaan. Voorwaarden zijn dat de anonieme melding loopt via een vertrouwenspersoon van buiten de organisatie, dat de vertrouwenspersoon beschikt over een gecertificeerde opleiding, en dat hij of zij de eed heeft afgelegd. Te denken valt aan een advocaat.
Omgekeerde bewijslast
Ook berust de bewijslast bij vermeende benadeling voortaan bij de werkgever, niet meer bij de melder. De werkgever moet dus voortaan expliciet kunnen aantonen dat een eventuele benadeling van een klokkenluider, zoals een ontslagaanvraag of het niet verlengen van een contract, geen enkel verband houdt met een melding.
Instemmingsrecht OR
De ondernemingsraad heeft een belangrijke rol bij de interne meldprocedure als die niet al per cao of avr is geregeld. De OR heeft in zo’n geval instemmingsrecht bij de invoering, wijziging of intrekking. Is er geen (goede) meldprocedure, dan kan de OR die afdwingen bij de kantonrechter.