Nieuws
Publicatiedatum: 13 januari 2021 | Geschreven door: Wander de Groot
Pensioen

Makkelijker met vervroegd pensioen

De ‘Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen’ is op 12 januari 2021 met algemene stemmen aangenomen door de Eerste Kamer. De wet met de rare naam is een verzameling van regelingen die het makkelijke maken om vervroegd met pensioen te gaan. Alle regelingen gaan in met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021, behalve één onderdeel, het zogenaamde ‘bedrag ineens’. Dat bepaalt dat een werknemer 10% van het gespaarde pensioen rond de pensionering ineens mag opnemen. Het uitstel tot 2023 is om de Eerste Kamer tegemoet te komen in haar bezwaar dat pensioenuitvoerders te weinig tijd hebben om de regeling praktisch uit te voeren.

Wat is de Wet bedrag ineens?

De wet bevat de volgende maatregelen, speciaal bedoeld om mensen in zware beroepen eerder met pensioen te kunnen laten gaan:

  • Oudere werknemers kunnen voor hun AOW-gerechtigde leeftijd stoppen met werken zonder dat werkgevers de bestaande RVU-heffing (‘vroegpensioenboete’) hoeven te betalen over het doorbetaalde loon, althans tot een bedrag dat netto overeenkomt met de AOW. Dit door de werkgever betaalde pré-AOW kan de werknemer zelf aanvullen met eigen geld of met opgebouwd pensioen dat eerder ingaat. Werkgevers kunnen tussen vanaf 1 februari tot en met eind 2025 subsidie aanvragen voor de door hen betaalde pré-AOW aan zware beroepers via de Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU).
  • Het tijd dat werknemers belastingvrij verlof mogen sparen wordt verdubbeld van 50 naar 100 weken. Daarboven moeten werkgevers direct loonheffing betalen. Het verlofsparen mag ook worden gebruikt voor om- en bijscholing of een sabbatical.
  • Werknemers krijgen ook de mogelijkheid één keer 10% van het pensioenbedrag vrij besteedbaar op te nemen. Dat kan op de op de pensioeningangsdatum of in de maand februari in het jaar volgend op het bereiken van de AOW-leeftijd. Dit bedrag is vrij besteedbaar, bijvoorbeeld voor het aflossen van (een deel van) de hypotheek, een tijdelijke extra aanvulling op het pensioen of andere grote uitgaven.

Kritiek

Dat laatste onderdeel is nu uitgesteld tot 2023. Verschillende pensioenfondsen hadden bij de behandeling van deze wet in de Tweede Kamer al aangegeven het bedrag ineens niet zo snel te kunnen verwerken in hun administratie. Bij behandeling in de Eerste Kamer vroegen coalitiepartijen CDA, D66 en de VVD daarom aan op uitstel, samen met de oppositiefracties van PvdA, GroenLinks, SP en 50Plus.