Checklists
Laatst gewijzigd op: 21 maart 2024
Pesten op de werkvloer

Omgaan met pesten op het werk

Pesten op het werk: wat kun je doen als jouw OR signalen hiervan krijgt? Pesten is een vorm van ongewenst gedrag op de werkvloer en valt onder psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Volgens de Arbowet moet de werkgever maatregelen nemen om PSA te voorkomen. Als OR heb je stevige invloed: je hebt instemmingsrecht op het invoeren en wijzigen van regelingen die te maken hebben met de arbeidsomstandigheden, zoals de RI&E en het plan van aanpak, het opstellen van beleid tegen ongewenst gedrag, de invoering van gedragscodes en klachtenregelingen en de instelling van de vertrouwenspersoon. Zo kan je als OR optimaal bijdragen aan gezonde en veilige werkomgeving.

Herken de signalen

De OR kan via de achterban signalen krijgen dat er wordt gepest in de organisatie. Verwijs bij pesten op het werk elke persoon altijd meteen door naar de vertrouwenspersoon en bied altijd collegiale steun aan. Het is ook goed om na te gaan of het pestgedrag breder speelt. Dat is te merken als er bijvoorbeeld veel meer klachten binnenkomen bij de OR. Maar ook als er nauwelijks signalen bij de OR binnenkomen, kan er nog steeds sprake zijn van structureel pesten op de werkvloer. Dat kan duiden op een angstcultuur, werknemers durven pestgedrag dan niet aan de kaak te stellen.

Weet je niet of pesten veelvuldig voorkomt? Neem pestgedrag dan mee in een achterbanraadpleging of in het medewerkerstevredenheidsonderzoek.

Breng de risico's in kaart

Omdat pesten leidt tot psychosociale arbeidsbelasting, moet het onderwerp ook worden meegenomen in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Zorg dus als OR dat je meekijkt bij het opstellen van de RI&E, zodat er voldoende aandacht voor is. Vergeet ook niet dat de maatregelen die de organisatie neemt tegen pesten, ook opgenomen moeten zijn in het plan van aanpak (PvA) dat elke RI&E heeft.

Denk dus proactief mee als OR bij zowel de RI&E als het bijbehorende plan van aanpak.

Maak beleid tegen ongewenst gedrag

Als het goed is heeft je organisatie beleid tegen ongewenst gedrag op de werkvloer. Dat is verplicht volgens de Arbowet. Onderdeel van dat beleid zijn een klachtencommissie waar de werknemer een klacht kan indienen en een klachtenregeling die vertelt hoe dat werkt. Ook moet er een goede meldprocedure zijn, waar de gepeste werknemer (of iemand anders) melding kan maken van een misstand.

Is er geen beleid tegen ongewenst gedrag op de werkvloer, bespreek dit dan in de overlegvergadering met de bestuurder.

Stel een gedragscode in

Een gedragscode kan heel goed werken als je pestgedrag wilt voorkomen. Het geeft de spelregels aan hoe je met elkaar omgaat en waar de grens ligt tussen gewenst en ongewenst gedrag. Zo’n code schept bovendien duidelijke kaders en geeft heldere regels waar iedereen – leidinggevenden en medewerkers – zich aan moeten houden. Een klachtenregeling geeft duidelijkheid over hoe je moet melden en wat er met een melding gebeurt.

Is er geen gedragscode en klachtenregeling? Maak dan gebruik van je initiatiefrecht als OR en vraag de bestuurder ze op te stellen.

Regel een goede vertrouwenspersoon

Ga na of er in de organisatie een vertrouwenspersoon is en of dit voldoende bekend is bij alle werknemers. Daar kunnen slachtoffers terecht voor een luisterend oor en kunnen ze in ieder geval hun verhaal kwijt. De vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht en kan eventueel ook informatie geven over vervolgstappen. Doordat de vertrouwenspersoon er vooral is om te luisteren, is de drempel om er gebruik van te maken laag.

De OR heeft instemmingsrecht bij de hele regeling rond de vertrouwenspersoon.