Nieuws
Publicatiedatum: 31 oktober 2023 | Geschreven door: Janneke Zoutenbier
Werktijden-ontslagvergoeding

Dansles geven bij een ander onder werktijd, mag dat?

Een medewerker geeft tijdens haar ingeroosterde werk bij de ene werkgever een zumba-les bij een andere werkgever. Ze wordt op heterdaad betrapt door haar manager, die haar spot bij de zumba. De volgende dag moet ze op het hoofdkantoor verschijnen en wordt op staande voet ontslagen. De werkneemster is het daar niet mee eens en stapt naar de rechter. Ze eist een ontslagvergoeding van € 10.000, een boete wegens onregelmatige opzegging van € 5.680 en de gebruikelijke transitievergoeding bij ontslag van € 5.233.

Ongeschreven regels

Volgens de medewerker geeft de werkgever geen dringende reden voor ontslag op staande voet. Het is namelijk gebruik dat werknemers veel vrijheid hebben bij het omgaan met hun werktijden. Haar collega’s bevestigen die ongeschreven regels op het werk, waarbij collega’s te veel gewerkte uren zelf compenseren, door bijvoorbeeld eerder weg te gaan. Dat stemmen ze wel onderling af met elkaar, maar niet met de manager. De manager wil de cultuur blijkbaar doorbreken.

Niet betwist

De rechter gaat daarin mee, zeker omdat de werkgever de ongeschreven regels niet betwist. En ‘niet betwisten’ betekent voor de rechter altijd dat de ander gelijk heeft. Volgens de kantonrechter had een officiële waarschuwing meer volstaan, waarbij de medewerker was gewezen op de regels rondom werktijden, rooster en overuren en op de consequenties van overtreding van die regels. Het ontslag op staande voet is in ieder geval niet rechtsgeldig, omdat er geen dringende reden is om de werkneemster te ontslaan.

Geen ontslagvergoeding

Wel begrijpt de rechter dat de arbeidsovereenkomst niet in stand kan blijven. Hij verplicht de werkgever het loon door te betalen voor de gebruikelijke opzegperiode van twee maanden à € 5.663, plus de betaling van de transitievergoeding van € 5.223. De rechter ziet geen reden om een billijke vergoeding toe te wijzen, omdat de werkneemster niet kan onderbouwen dat ze door het ontslag schade heeft geleden, door bijvoorbeeld inkomensverlies.