De keuze van het opleidingsinstituut
Met een training kunt u kennis en vaardigheden opdoen. Hiermee kunt als OR-lid beter uw taken verrichten. Het voordeel van het volgen van een OR-training is dat u er vaak ook profijt van heeft voor uw normale werk. Maar welke training kunt u nu het beste kiezen? Er is zo veel mogelijk. En welk scholingsinstituut past er het beste bij u? Er is heel veel keuze, maar hoe weet u nu of u een goed instituut of/en een goede trainer heeft? In deze checklist leest u waar u op moet letten bij uw keuze.
Leervraag
Voordat u een keuze maakt voor een scholingsinstituut moet u helder hebben wat uw leervragen zijn. Zijn ze voor individuele OR-leden of wilt u met de hele ondernemingsraad op cursus? Sommige OR-leden weten precies welke scholing ze willen volgen, terwijl anderen slechts een vaag idee hebben. Een trainer kan u helpen bij het verduidelijken van de leervragen. Daarvoor moet u wel weten met wie u in zee wilt gaan.
Zoeken
Een trainer of een scholingsinstituut kunt u op allerlei manieren vinden. Zoek via Google, gebruik vergelijkingssites zoals Springest of bezoek van evenementen zoals OR Live. Hier volgt u korte workshops van verschillende scholingsaanbieders. U maakt dus meteen kennis met de aanpak van de trainer.
Kijk eens naar recensies of reviews. Op veelvsites van scholingsinstituten staan ze bij de trainingen. Als er verschillende recente recensies bij een training staan, geeft dat een redelijk objectief beeld van de training.
Scholingsinstituten
Er zijn veel verschillende scholingsinstituten. Sommige instituten zijn gespecialiseerd in het scholen van ondernemingsraden. De meeste instituten hebben echter geen kennis van ondernemingsraden. Dat is niet erg als u een vaardigheid wilt leren, maar als u bijvoorbeeld meer wilt doen met het benutten van de bevoegdheden van de OR dan moet u een gespecialiseerd instituut zoeken. Dat kunt u bijvoorbeeld doen door te zoeken op een opleidingsvergelijkingssite zoals Springest. Ook kunt u kijken naar de bevindingen van Stichting SCOOR-RMZO, deze stichting bewaakt de kwaliteit van de opleidingen voor OR-leden door certificering van OR-opleidingsbureaus en van opleiders in een kwaliteitsregister.
Sommige instituten hebben ook andere keurmerken gekregen. Als het instituut erkend is door CEDEO bijvoorbeeld, dan betekent dat dat de klanten van het instituut tevreden zijn. Dat zegt wel wat, maar niet alles. Het is niet inzichtelijk of ze dat ook zijn over de training die u wilt volgen.
Ook niet-gecertificeerde cursussen kunnen kwalitatief erg goed zijn. Een erkenning of keurmerk zegt zeker niet alles. Staar u er dus niet blind op. Kijk bijvoorbeeld ook naar reviews online, naar de klik met de trainer en naar de prijs.
Certificering trainers
Ook trainers kunnen gecertificeerd zijn. De Beroepsvereniging voor Medezeggenschapsprofessionals (BVMP) en de Branchevereniging Medezeggenschap (BVMZ) hebben daarvoor een registratiesysteem opgericht. De doelstelling van het registratiesysteem is het beschrijven en borgen van de kwaliteit van medezeggenschapsopleiders. Op deze wijze is het voor u mogelijk te beoordelen of een aanbieder van MZ-opleidingen de noodzakelijke competenties in huis heeft. Meer informatie vindt u op www.mz-opleiders.nl.
Soort scholing
Er zijn allerlei soorten scholing mogelijk. Globaal zijn er open trainingen en maatwerktrainingen. Open trainingen zijn bedoeld voor individuele OR-leden om een specifiek onderwerp bij te spijkeren. Veel instituten bieden open trainingen aan. Het onderwerp, de datum en de locatie staan vast. Wilt u een training voor de gehele ondernemingsraad dan is een training op maat vaak de beste keuze. U bepaalt dan de data, de locatie en het onderwerp. U maakt hier afspraken over met een trainer en instituut.
Maak een opleidingsplan zodat u de scholingsbehoefte van de OR en de OR-leden op een rij zet. U krijgt zo beter zicht op wat uw ondernemingsraad de komende periode nodig heeft en u kunt gerichter zoeken naar een scholingsinstituut.
Afspraken maken
Om een keuze te maken voor een scholingsinstituut is het goed om ze te vergelijken. Nodig een paar instituten uit om te laten zien wat ze in huis hebben en laat ze een offerte en scholingsvoorstel maken. Als u de instituten heeft gehoord, kunt u een keuze maken. Kijk niet alleen naar de prijs, maar ook naar expertise, visie en extra’s. Sommige aanbieders maken bijvoorbeeld een verslag van de training of de deelnemers aan de training kunnen na de training nog advies of coaching krijgen. Natuurlijk is ook de klik met de trainer van belang. Het instituut kan nog zo goed zijn, maar u moet wel met de trainer kunnen samenwerken.
Benader niet te veel scholingsinstituten. Als u het goed wilt doen dan kost het selecteren en het voeren van kennismakingsgesprekken met instituten veel tijd. Formuleer een duidelijke leervraag waarop de scholingsinstituten hun aanbod kunnen aanpassen.
Recht op scholing
Elk OR-lid en commissielid heeft op grond van artikel 18, lid 2 van de Wet op de ondernemingsraden een minimaal aantal dagen in werktijd beschikbaar voor scholing. De bestuurder betaalt de kosten daarvan. Datzelfde geldt voor OR-leden en niet-OR-leden die deel uitmaken van commissies zoals de VGWM- of arbocommissie. De bestuurder en OR stellen het aantal dagen vast op een zodanig aantal als de betrokken leden van de OR voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze nodig hebben, met als minimum:
- voor OR-leden minimaal vijf dagen per jaar;
- voor leden van een commissie minimaal drie dagen per jaar;
- voor leden die aan de OR én een commissie deelnemen minimaal acht per jaar.