Instemmingsrecht OR
Het instemmingsrecht is, samen met het adviesrecht, een van de sterkste bevoegdheden van de ondernemingsraad. Het instemmingsrecht is vastgelegd in de Wet op de ondernemingsraden (WOR) in artikel 27. Het instemmingsrecht heeft voornamelijk betrekking op sociaal en personeelsbeleid. Het instemmingsrecht betreft verschillende onderwerpen zoals personeelsbeleid, verzuimbeleid en arbeidsbeleid. In deze checklist kunt u lezen wanneer u precies recht van instemming heeft, wat de wettelijke regels zijn voor een instemmingstraject en hoe u dit het beste kunt aanpakken.
Onderwerpen Instemmingsrecht
De onderwerpen op het sociaal terrein van het bedrijfsbeleid, gevat in artikel 27 van de WOR, zijn in rubrieken onder te verdelen: personeelsbeleid, arbobeleid, verzuimbeleid, werktijden, spaarregelingen voor nu en later en controleregelingen. In artikel 27 staan dertien items. Dit zijn (juridische) abstracties van de vele onderwerpen uit de praktijk. Dat kunnen er wel veertig zijn afhankelijk van wat speelt in uw organisatie. Onderwerpen die niet in het instemmingsrecht genoemd worden kunnen er dus toch onder vallen. Neem bijvoorbeeld het personeelshandboek met z’n vele regelingen. In de praktijk zijn actuele onderwerpen niet altijd meteen te herleiden tot de begrippen uit artikel 27 van de WOR. Soms ook vindt de bestuurder dat iets er niet onder valt of wil de OR een bepaald onderwerp onder het instemmingsrecht laten vallen, terwijl dit niet altijd klopt.
Zet op een rij hoeveel onderwerpen uit de praktijk onder het instemmingsrecht in uw organisatie vallen. En maak daar aan het begin van de zittingsperiode met uw bestuurder afspraken over.
Procedure instemmingsrecht
Artikel 27 van de WOR, lid 2 tot en met 6 geven de procedure rond een instemmingsverzoek weer. Belangrijk eerste punt zijn de criteria waaraan een instemmingsverzoek dient te voldoen. Artikel 27, lid 2 geeft aan dat een instemmingsverzoek het voorgenomen besluit dient te bevatten, de beweegredenen van het voorgenomen besluit en de gevolgen van dat besluit voor de werknemers in de organisatie. Verder staat in lid 2 dat de OR niet instemt nadat er tenminste eenmaal een overlegvergadering over is geweest. Zelf kan de OR beslissen er meerdere OR-vergaderingen over te doen en een bijeenkomst met de achterban te organiseren. Zo wordt het volgen van de procedure van de WOR tot echt OR-werk met echte contacten met medewerkers die het voorgenomen besluit, bijvoorbeeld een andere werktijdenregeling, betreffen. En krijgt de OR input. Daarna kan de OR over gaan tot het al dan niet verlenen van instemming.
Maak, voordat u een verzoek tot instemming krijgt, een stappenplan van de procedure van het instemmingsrecht en voeg daarbij ook de contactmomenten met de achterban in. Sluit dat kort met de bestuurder.
Overige zaken instemmingsrecht OR
Naast de procedure en de onderwerpen waarvoor het instemmingsrecht geldt, zijn er nog overige zaken van belang bij het instemmingsrecht. Alhoewel de behandeling van een verzoek tot instemming over een onderwerp van sociaal beleid lijkt op de gang van zaken bij het adviesrecht (artikel 25, WOR) zijn er bij het instemmingsrecht toch enkele zaken anders dan bij het adviesrecht. Zo is lid 3 van artikel 27 van belang: als bijvoorbeeld een personeelsregeling al in een cao is opgenomen dan vervalt op dat punt het instemmingsrecht van de OR. Maar als de cao-afspraak ruimte laat voor verdere invulling of afwijking dan geldt het instemmingsrecht weer wel. Hier is soms onduidelijkheid of discussie over.
Iedere organisatie vanaf 50 werknemers moet een meldregeling klokkenluiders hebben. Uw OR heeft hier instemmingsrecht over.
Bezwaarprocedure
Wanneer de OR meent dat de procedures rondom het instemmingsrecht niet goed zijn doorlopen door de bestuurder dan kan de OR bezwaar maken. Wanneer de OR merkt dat de bestuurder een voorgenomen besluit dat instemmingsplichtig is, zonder overleg met de OR al aan het uitvoeren is, dan kan de OR het besluit nietig verklaren. Dat kan op basis van artikel 27, lid 5 van de WOR. Het nietig verklaren moet binnen een maand én schriftelijk.
Verdiept u zich ook in deze ‘overige zaken’ van het instemmingsrecht of laat een commissie van de OR dat doen. Zet de belangrijkste zaken op een rij, maak een beleidsnotitie voor de OR en gebruik dat als het nodig is.
OR rechten en plichten
De OR heeft verschillende rechten rond een verzoek tot instemming. Zo is er het informatierecht (artikel 31, WOR). Naast het algemene informatierecht heeft de OR sowieso recht op alle informatie in het kader van het instemmingsverzoek zelf, dat valt dan onder artikel 27. Andere relevante bevoegdheden zijn het scholingrecht (Artikel 18), het communiceren met de achterban (Artikel 17) of andere betrokkenen, het inhuren van deskundigen (Artikel 16), het instellen van een commissie (Artikel 15) en de geheimhouding (Artikel 20).
Een samenvatting van de rechten voor de OR rond een verzoek tot instemming.
wettelijke rechten | OR | PVT |
Informatie | ja | ja, mag mondeling |
Initiatief | ja | nee |
Advies | ja | ja |
Instemming | ja | Ja, bij een aantal onderwerpen |
Inschakeling deskundige | Ja | ja, met toestemming bestuurder |
Stimuleringsrecht | nee | nee |
Zet de rechten en plichten van een OR rond een verzoek tot instemming goed op een rij. Bedenk dat er ook jurisprudentie is die, zowel OR als bestuurder, de route en de kaders aangeeft.